Ga verder naar de inhoud

Overleg

Rond everzwijnen leven heel wat belangen. Ze brengen ecologische en economische voor- en nadelen met zich mee. Maar die zijn niet voor alle partijen gelijk. Bovendien verschillen ze naargelang de locatie, het landschap en de maatschappelijke context. 

Dubbele cyclus van adaptief impactbeheer

Doordacht beheer

Het beheer van everzwijnen is complex: de dieren zijn flexibel en kunnen zich aanpassen aan nieuwe situaties. Bovendien heeft elke beheermethode voor- en nadelen, en is er geen oplossing die in elke situatie werkt.  

Belangen verzoenen 
Ook de verschillende belangen van stakeholders beïnvloeden de keuze van beheer: de perceptie van wat onaanvaardbare schade is, en welke beheermaatregelen acceptabel zijn, is voor iedereen anders.  

Om deze onzekerheden op te vangen, worden beslissingen genomen vanuit het denkkader van ‘adaptief impactbeheer’. Hierbij worden in een eerste fase doelstellingen bepaald, opties afgewogen en keuzes gemaakt. 

Doelstellingen en maatregelen bepalen 
In een tweede fase worden gekozen maatregelen uitgevoerd, gemonitord en geëvalueerd. Zo worden tijdens het overleg in de faunabeheerzones de grote doelstellingen en de focus van de maatregelen vastgelegd. 

Op basis van die beslissingen worden in het lokaal overleg specifieke maatregelen bepaald in functie van concrete probleemsituaties. Die kunnen enerzijds gericht zijn op preventie om de schade te voorkomen of te verkleinen, en anderzijds op populatiebeheer om de aantallen en spreiding van de everzwijnpopulatie te stabiliseren of de everzwijnen te verjagen van schadegevoelige plekken. 

Monitoring, ten slotte, is een essentieel onderdeel en sluitstuk van adaptief impactbeheer. 

Overlegstructuren

Faunabeheerzone overleg

Om deze belangen af te wegen en tot een gezamenlijke visie en actie te komen, voorziet het Agentschap voor Natuur en Bos volgens artikel 54 van de jachtwetgeving in een jaarlijks structureel overleg met alle relevante terreinbeheerders. 
Dit overleg is opgedeeld in ‘faunabeheerzones’, te zien in de figuur onder aan de pagina. Dit zijn tien geografisch afgebakende zones in Vlaanderen met een samenhangend everzwijnbeheer. Hier maken betrokken partijen de balans op van de aanwezigheid van everzwijn binnen de zone (of delen ervan). Is de balans negatief, dan wordt er gewerkt aan een nieuwe situatie waarin zowel de kost als de impact van everzwijnen en van het beheer ervan voor iedereen meer aanvaardbaar is. 


Het einddoel van het overleg is om tot een consensus te komen over de doelstelling van het everzwijnbeheer, rekening houdend met de belangen van verschillende partijen. Maar het menselijke aspect is minstens even belangrijk. Ook zonder consensus vormt het overleg immers een moment om betrokkenen te leren kennen, knelpunten te benoemen en het gesprek (opnieuw) aan te gaan. De consensusteksten voor de periode 2025-2026 vind je hieronder terug.     

NIEUWE WERKWIJZE (2025) voor formuleren van beheerdoelstellingen in het faunabeheerzone overleg

Tot nu toe werkten we in het faunabeheerzone overleg telkens een consensus uit, bestaande uit het formuleren van één centrale doelstelling en daaraan gekoppeld een set van maatregelen.
De achterliggende doelstellingen, die vaak aan de basis liggen voor de keuze voor een bepaalde maatregel, of juist de weerstand tegen een bepaalde maatregel, worden daarbij niet vernoemd. Hierdoor verloopt dit proces niet altijd vlot.

Om op een meer transparante en duidelijke manier de achterliggende doelstellingen in kaart te brengen, zullen we vanaf nu gebruik maken van de aanpak via 'gestructureerde besluitvorming'. Hierbij wordt een set van faunabeheerdoelstellingen als vertrekpunt genomen om zo te komen tot een set van doelstellingen in plaats van één allesomvattende (of nietszeggende) doelstelling.

Concreet wordt in deze methodiek aan de stakeholders gevraagd om een score te geven aan elke bestaande faunabeheerdoelstelling naar mate het belang dat er aan een bepaalde doelstelling wordt gehecht. Daarna kijken we welke maatregelen we overhouden om invulling te geven aan de verschillende doelstellingen.

Het is de bedoeling dat er op termijn binnen elke faunabeheerzone (of deelzone) gewerkt wordt met zo een set van doelstellingen.

Lokaal everzwijnoverleg

De afspraken van een faunabeheerzone worden in navolging van artikel 55 van de jachtwetgeving op lokaal niveau vertaald in concrete maatregelen. Wettelijk gezien moet iedere afzonderlijke wildbeheereenheid hiervoor het initiatief te nemen.

In de praktijk kan het relevant zijn voor meerdere wildbeheereenheden om het overleg samen te houden. De organisatie kan ook gefaciliteerd worden door het lokale bestuur. Op vraag van lokale stakeholders kan de everzwijncoördinator het overleg inhoudelijk ondersteunen.

De einddoelstelling van dit jaarlijkse lokale overleg is dat jagers, landbouwers, natuurbeheerders en openbare besturen de uitkomst van het faunabeheerzoneoverleg omzetten in concrete initiatieven op het vlak van preventie, jacht en beheeracties.

Koepeloverleg

Om het overleg over everzwijnen op alle niveaus in goede banen te leiden, hebben de vertegenwoordigers van de betrokken sectoren zich de afgelopen jaren spontaan rond de tafel verenigd. Dit informele overleg is uitgegroeid tot een structureel overleg dat we het Koepeloverleg noemen. De groep participanten noemen we kortweg “de Koepel”. 

De koepel werkt als adviesorgaan voor het beleid en heeft als doel de overleggen op lagere niveaus voor te bereiden, maar ook om beleidsmatige knelpunten te bespreken en informatie uit te wisselen.

Momenteel nemen onderstaande organisaties deel aan de Koepel. Naargelang de situatie op het terrein en de noodzaak die organisaties voelen om aan de slag te gaan rond everzwijnbeheer kan deze deelnemerslijst in de toekomst wijzigen.

  • De everzwijncoördinator
  • ANB beleid
  • ANB terrein
  • INBO
  • Natuurpunt
  • HVV
  • Jagersliga
  • Boerenbond
  • Provincie Limburg
  • Provincie Vlaams-Brabant
  • Levuur als procesbegeleider

Consensusteksten 2025-2026

In april en mei 2025 kwamen de verschillende betrokken partijen opnieuw bij elkaar tijdens de jaarlijkse faunabeheerzone-overleggen.

De tien faunabeheerzones en het faunabeheerzone-overleg spelen een belangrijke rol bij de organisatie van het beheer van everzwijnen in Vlaanderen.
De afspraken die per faunabeheerzone worden gemaakt, komen terecht in een consensustekst, opgemaakt door de betrokken actoren zelf.
Een consensustekst bevat doelstellingen en maatregelen; deze tekst biedt een kader op niveau van de faunabeheerzone en wordt, op initiatief van de WBE, vervolgens lokaal vertaald in aanwezigheid van de plaatselijke actoren.

De consensusteksten van de faunabeheerzones 1, 2 & 4, 3, 5, 6, 7, 8 en 9 worden hier opgenomen.