Ga verder naar de inhoud
  • Hoeveel everzwijnen zijn er in Vlaanderen? 

Het schatten van het aantal everzwijnen is een grote uitdaging. Everzwijnen blijven niet netjes binnen een begrensd gebied: ze zijn niet honkvast en kunnen soms grote afstanden afleggen.  

 

Bovendien lijken everzwijnen heel erg op elkaar, wat het tellen bemoeilijkt. Hoewel wetenschappers wereldwijd aan nieuwe methoden werken, is er nog geen eenvoudige manier om betrouwbare schattingen te maken.  

 

Afschotcijfers zijn een maatstaf voor hoe het met de populatie gaat. Het afschot in Vlaanderen vind je op de website van het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek  

 

  • Zijn everzwijnen uitgezet in Vlaanderen? 

Er is geen uitsluitsel of de eerste everzwijnen in Vlaanderen uitgezet werden of via natuurlijke migratie hun weg vonden vanuit Nederland, Duitsland of Wallonië.  

 

  • Waarom groeit de everzwijnpopulatie zo snel? 

De snelheid waarmee de populatie everzwijnen aangroeit is grotendeels afhankelijk van het klimaat en de hoeveelheid beschikbaar voedsel. Geslachtsrijpheid van een zeug hangt namelijk af van haar gewicht, niet van haar leeftijd.  

 

Als er meer voedsel beschikbaar is, groeit een everzwijn sneller ze eerder drachtig worden. Een hogere voedselbeschikbaarheid zorgt daarbij voor meer energie om jongen groot te brengen.   

 

Door het opwarmende klimaat maken bomen meer zaden aan (eikels, kastanjes, beukennootjes) die dienen als voedsel voor everzwijnen. Dat maakt dat er het hele jaar door jongen geboren worden, en niet enkel in de traditionele periode tussen maart en april. Bovendien zorgen zachtere winters ervoor dat minder frislingen sterven van de kou, waardoor de populatie sneller groeit.