Ga verder naar de inhoud

Everzwijnplan

In 2020 lanceerde de Vlaamse overheid een plan voor de bestrijding van everzwijnen. Maar in tegenstelling tot wat soms beweerd wordt, is het niet de eerste doelstelling van het plan om zo veel mogelijk everzwijnen te schieten. Het succes ervan wordt afgemeten aan de beheersing van de schade en het verminderen van het aantal conflicten met everzwijnen. 

Opmars van everzwijnen

Het everzwijn maakt deel uit van onze inheemse fauna. Hoewel het lange tijd afwezig bleef in Vlaanderen, is het sinds 2006 aan een nieuwe opmars bezig. Het is niet bekend of illegale uitzettingen hebben bijgedragen aan de verspreiding in Vlaanderen. Maar tegelijk is het everzwijn sinds de jaren '80 van de vorige eeuw in heel Europa aan een opmars bezig, en stellen we vast dat er ook instroom is vanuit populaties in Wallonië en Nederland. 

Het was dan ook een kwestie van tijd vooraleer het everzwijn zich opnieuw bij ons zou vestigen. De soort vindt in Vlaanderen een gedekte tafel en optimale ecologische omstandigheden om zich snel voort te planten. Everzwijnen zijn bovendien bijzonder slim, en passen zich voortdurend aan. 

Duurzaam samenleven

De dieren zijn een verrijking voor de natuur, maar zorgen ook voor overlast en conflicten. Het ‘plan voor everzwijnbestrijding’ van de Vlaamse overheid mikt daarom op duurzaam samenleven met het everzwijn, zonder afbreuk te doen aan de rol van het everzwijn in de natuur en binnen het ecosysteem. 

Dat is niet overal evident. Het everzwijn zorgt soms voor problemen bij landbouwers, mensen thuis, in het verkeer... En daar is niet altijd een pasklaar antwoord op. Maar het everzwijn is een blijver. En zolang er everzwijnen zijn, zullen ze voor overlast en conflicten zorgen. 

Het komt er dus op aan de schade zo veel mogelijk te beperken en conflicten te voorkomen door voortdurend te streven naar een efficiënter en doeltreffender everzwijnbeheer. Tegelijkertijd willen we ook de conflicten over het beheer zelf of de negatieve gevolgen ervan zo klein mogelijk houden.  

Schadepreventie...

Everzwijnbeheer ligt maatschappelijk gevoelig en geeft aanleiding tot verhitte discussies, die vaak teruggebracht worden tot voor- en tegenstanders van jacht. 

Maar in tegenstelling tot wat soms beweerd wordt, is het niet de eerste doelstelling van het everzwijnplan om zo veel mogelijk everzwijnen te schieten. Het succes ervan wordt afgemeten aan de beheersing van de schade en het verminderen van het aantal conflicten met everzwijnen. 

...én populatiebeheer

Daarvoor is in de eerste plaats schadepreventie onontbeerlijk. Maar omgekeerd is schadepreventie haast nooit voldoende, en is ook populatiebeheer onontbeerlijk om een stabiele everzwijnpopulatie te krijgen en te behouden. 

Het everzwijnplan wil de valse tegenstelling tussen schadepreventie en populatiebeheer overbruggen door evenwaardig op beide aspecten in te zetten.  Verder verkent het everzwijnplan nieuwe pistes voor schadevergoeding, voor situaties waar preventie en populatiebeheer tekortschieten. 

Data en overleg

Dit alles wordt ondersteund met relevante cijfers, en in goede banen geleid door de everzwijncoördinator en het Regionaal Everzwijnbeheer Ondersteuning-team (REBO). Het Agentschap voor Natuur en Bos en het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek nemen diverse initiatieven ter ondersteuning van dit everzwijnplan.  

Ondanks de grote inspanningen blijft de everzwijnenpopulatie vooralsnog stijgen, en is het samenleven met deze dieren een constante uitdaging. Een continue opvolging en bijsturing van het beleid is daarom nodig.